Ingrediënten voor 4 personen
2 appels
2 eieren (1 voor het deeg, 1 voor het glazuur)
6 eetlepels suiker (4 voor het deeg, 2 voor het glazuur)
2 zakjes vanillesuiker
125 g zelfrijzende bloem
80 g boter
3 eetlepels melk
3 eetlepels olie
Bereiding
Verwarm de oven voor op 200°C.
Meng in een kom de bloem met 4 eetlepels suiker, de vanillesuiker, 1 ei, de melk en olie tot glad deeg.
Vet een taartvorm met lage rand in met boter en bestuif met bloem.
Doe het deeg erin en strijk het een beetje uit met een spatel (het lijkt misschien plakkerig, maar dat komt goed).
Schil de appels en verwijder het klokhuis.
Snij de appels in vier en vervolgens in dunne plakjes.
Schik de appelplakjes dakpansgewijs in cirkels op de taart.
Smelt in een pannetje de boter met de suiker. Dit is voor het glazuur.
Neem het pannetje van het vuur als ze gesmolten zijn.
Let op dat de boter niet te heet is geworden.
Doe het ei erbij en roer tot een glad papje.
Lepel dit over de taart.
Bak ze 20 tot 25 minuten.